in traditionele samenlevingen was mechanische solidariteit prominent aanwezig. In moderne samenlevingen kan echter organische solidariteit worden waargenomen. Het is deze modernisering van de samenleving die mechanische solidariteit transformeert in organische solidariteit als gevolg van de vooruitgang van de samenleving en de dichtheid van de bevolking. Hoe groter de bevolking is, hoe concurrerender de mensen worden, waardoor de arbeidsverdeling de samenleving zodanig beïnvloedt dat we steeds afhankelijker worden van andere leden van de samenleving.,
om de overgang duidelijk te begrijpen kan het voorbeeld van Adam Smith in aanmerking worden genomen: een enkel individu kan slechts 10 pinnen per dag produceren als hij geen hulp van iemand krijgt. Maar in een fabriek, als gevolg van arbeidsverdeling, heeft elke arbeider een bepaalde taak, zodat er in totaal 48000 pinnen per dag worden geproduceerd. Als er 10 werknemers in de fabriek zijn, produceren ze gemiddeld 4800 pinnen per dag. Dit is de overgang waarbij de fabriekseigenaar afhankelijk is van zijn manager die op zijn beurt afhankelijk is van de arbeiders om het werk op tijd af te maken., Dit is organische solidariteit waarbij elke werknemer een vaste taak heeft; ze moeten allemaal van elkaar afhankelijk zijn om het werk gedaan te krijgen. Alleen kunnen ze niets doen. Terwijl, in mechanische solidariteit, zelfs als er minder output wordt gegenereerd, kan een werknemer, door zichzelf, de pinnen produceren zonder afhankelijk te zijn van iemand.
in een complexe samenleving waar er al zoveel taken uit te voeren zijn wanneer een individu slechts één taak moet uitvoeren, kan hij dit efficiënt doen. Dit resulteert in een samenleving die bestaat uit efficiënte en geschoolde werknemers., De werknemer hoeft niet veel taken uit te voeren om aan zijn basisbehoeften te voldoen en wordt gericht op slechts één specifieke baan.hoewel Durkheim geloofde dat de arbeidsverdeling en de daaruit voortvloeiende organische solidariteit positieve verschijnselen zijn, neemt de criminaliteit in de moderne samenleving toe door het gebrek aan collectief geweten. Het collectieve geweten hielp bij het handhaven van de sociale orde in primitieve samenlevingen. De samenlevingen die worden gekenmerkt door organische solidariteit hebben onpersoonlijke relaties, eigenbelang en individuele prestaties worden voorrang gegeven boven elke andere waarde., Deze verenigingen zijn meestal Gesellschaft verenigingen waarin leden van de vereniging alleen associëren voornamelijk voor persoonlijk voordeel en winst. In dergelijke samenlevingen vertrouwen individuen alleen op anderen om hun eigen doelen te bereiken.