Robert Boyle


corpusculaire filosofie

de sceptische Chymist (1661), hoewel een van Boyle ‘ s meer theoretische werken en lijden aan zijn gebruikelijke gebrek aan organisatie, goed illustreert zijn stelling dat alle wetenschappelijk onderzoek moet worden stevig gebaseerd op experiment., Hij richtte zijn aanval op wat hij zag als de onjuiste fundamenten van de hedendaagse chemische theorie, en bracht uitgebreid experimenteel bewijs naar voren om de heersende aristotelische en Paracelsiaanse concepten van een klein aantal basiselementen of principes te weerleggen tot welke alle verbindingen konden worden gereduceerd door chemische analyse. Hij toonde aan dat veelvoorkomende chemische stoffen bij ontbinding door warmte niet alleen niet het vereiste aantal elementen of principes opleverden, maar dat het aantal een functie was van de gebruikte technieken., Dienovereenkomstig ontkende hij dat elementen of principes (zoals zo gedefinieerd) een echt bestaan hadden en trachtte deze oudere concepten van chemische verandering te vervangen door wat hij de “corpusculaire filosofie” noemde.hoewel hij de noodzaak benadrukte om wetenschappelijk onderzoek te baseren op experimenten, was Boyle geen eenvoudige Empiricus. Achter zijn meer specifieke en gedetailleerde werk was een algemene theorie van de structuur van de materie; en zijn voortdurende pleidooi voor de mechanische filosofie—dat wil zeggen, uitleg in termen van materie en beweging—was een van zijn belangrijkste bijdragen., Volgens Boyle ‘ s corpusculaire filosofie had God oorspronkelijk materie gevormd in kleine deeltjes van verschillende grootte en vormen. Deze deeltjes hadden de neiging zich samen te voegen in groepen of clusters die, vanwege hun compactheid, een redelijk continu bestaan hadden en de basiseenheden van chemische en fysische processen waren. Elke verandering in de vorm, grootte of beweging van deze basisclusters veranderde de eigenschappen van de betrokken stof, hoewel chemische reacties over het algemeen werden opgevat als in de eerste plaats de associatie en dissociatie van verschillende clusters.,Boyle leverde ook belangrijke bijdragen aan de experimentele chemie. Hij deed uitgebreide studies van de calcinatie van metalen, van verbranding, en van de eigenschappen van zuren en basen. Hij benadrukte de toepassing van fysische technieken op chemisch onderzoek en ontwikkelde het gebruik van chemische indicatoren die karakteristieke kleurveranderingen in de aanwezigheid van bepaalde soorten stoffen vertoonden. Zijn baanbrekende studie van fosfor, waarin hij bijna alle bekende eigenschappen van de komende twee eeuwen ontdekte, illustreert de effectiviteit van zijn experimentele technieken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *